Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeide Bileam tot Balak: Zie, ik ben tot u gekomen; [35]zal ik nu enigszins [36]iets kunnen spreken? Het woord, hetwelk God in mijn mond leggen zal, dat zal ik spreken. 35. Hebreeuws, zal ik, kunnende kunnen, iets spreken? 36. Te weten, wat ik wil, en God niet wil.